Frisse neus halen?
As a society, we are increasingly cut off from the elderly.
As a society, we are increasingly cut off from the elderly. We do not have them
in the midst of our daily life, and consequently have no regular access to models
of successful old age. How can we then do anything but dread the coming of age?
(Myerhoff 1980: 19)
Jonge mensen – zoals wij zelf ook hebben ervaren – komen nauwelijks in contact met ouderen en hierdoor
ontstaat een ‘generation gap’ tussen beide groepen (Stokes 1992: 28). Deze kloof zorgt voor onwetendheid
over ouderen en dit zorgt op zijn beurt voor ageism. Ageism is het geheel aan stigma’s rondom ouderen en
de daarmee samenhangende discriminatie op basis van leeftijd (Butler 2009: 211). Jongere generaties
bestempelen ouderen als geestelijk en lichamelijk gebrekkig, en ze worden geassocieerd met ziekte en de
dood (Taelemans 2006: 10). Volgens Butler omvat ageism drie componenten die elk bijdragen aan de
achtergestelde positie van ouderen in de samenleving (Vos & Marini 1980). Allereerst dus het bestaan van
eenzijdige en bevooroordeelde ideeën over ouderen, leeftijd en ouderdom, waaraan ouderen zelf overigens
ook bijdragen. Een tweede component van ageism is de ongelijke behandeling van ouderen en ten slotte
noemt Butler de geïnstitutionaliseerde ongelijkheid en beleid dat deze ideeën reproduceert. Deze vorm van
discriminatie – die leidt tot ongelijkheid – komt veel voor in het Westen en wordt bevorderd door de media.
‘Negative stereotypes have been bolstered by media which often present an image of elderly people as sad,
decrepit and cantankerous’ (ibid.: 30). Er bestaan veel mythes over het leven als oudere; zo zouden ze
alleen, opgesloten in hun huis leven en fragiel en seksueel ongeïnteresseerd zijn (Gergen en Gergen 2000:
287; Stokes 1992: 30). Ouderen worden gezien als triest en eenzaam, en fysiek minder aantrekkelijk. ‘Jong
zijn’ wordt geïdealiseerd, terwijl kwaliteiten van ouderen weinig aandacht en waardering krijgen. Oud is
hierdoor een vies woord geworden, waar ouderen zich niet mee willen identificeren. De media bevestigen
en reproduceren deze stigma’s. Echter, in hoeverre representeren deze vooringenomen ideeën de
hedendaagse Nederlandse ouderen?